Nederlanders houden heel veel van op reis te gaan. Het reizen zit dan ook behoorlijk in ons DNA. Wij Nederlanders zijn immers al eeuwen reislustig. Vanaf de Gouden Eeuw heeft dit ons kleine landje zelfs heel veel welvaart gebracht. Nederland is ook een vrij klein land, waardoor je veelal binnen 2 uur met de auto in België en Duitsland arriveert. En in 4 uur ben je al met de auto in Frankrijk en Luxemburg aanbeland.
Binnen ongeveer 8 uur ben je vanuit Nederland al in Polen, Denemarken, Tsjechië en Zwitserland. Dat zijn allemaal zeer redelijke rijafstanden te noemen. Plus onze luchthavens in Schiphol, Rotterdam, Eindhoven en Maastricht bieden evenzo heel veel mogelijkheden om snel ergens te komen.
Wij zijn echter niet degenen die het meest reizen
Hoewel de pandemie al dit reizen in de afgelopen twee jaar flink geblokkeerd heeft, kunnen we desondanks stellen dat wij Nederlanders niet eens de bevolking zijn die het meest (internationaal) reist.
Volgens de rapporten van Eurostat (uit 2019) stond Finland namelijk bovenaan de lijst met in totaal 7,5 reizen per persoon per jaar. De Finnen werden daarna met 6,7 keer gevolgd door inwoners uit de Verenigde Staten. Terwijl volgens hetzelfde rapport de Zweden in totaal 6 keer per jaar reisden, de Denen 5,3 en de Noren 5,2 keer. De inwoners van Hong Kong en Nieuw-Zeeland gingen 4,3 keer op reis. Daarnaast reisden de Canadezen 4,1, de Australiërs 3,8 en de Fransen 3,5 keer per jaar.
Hoeveel de Nederlanders reizen
De Nederlanders gaan gemiddeld genomen ongeveer 3 keer per jaar op vakantie. Dit bestaat zowel uit korte tripjes (maximaal 3 nachten) als de langere vakanties (meer dan 3 nachten). Dat is ietsje meer dan het Europese gemiddelde van 2,6 vakanties op jaarbasis. Maar een flink stuk minder dan wat de Finnen reizen.
Waarom de Finnen en de Amerikanen zoveel reizen
Het hoge inkomen en de lagere werkloosheid status van de Finnen zijn waarschijnlijk de belangrijkste redenen waarom zij zoveel op pad gaan. En de Amerikaanse bevolking reist wellicht vaak vanwege de grote geografische verschillen van hun land, ze zijn bijzonder mobiel en ze hebben vele nationale parken met een rijke erfgoed. Het is daarbij evenzo belangrijk om te weten dat ze ook het liefst enkel maar hun eigen land bezoeken!
Waar en hoe gaat de Nederlander op reis?
En waar gaat de Nederlander het liefst heen op vakantie? Afgezien van hun eigen kikkerlandje (33%) was dit volgens de toeristische gegevens van Eurostat in 2019 vooral Spanje (8%), Frankrijk (8%) en Duitsland (7%).
Volgens het overzicht van het CBS over holidays ging maar liefst 85% van de Nederlanders in 2019 op vakantie. Ongeveer tweederde van deze vakantiegangers gingen daarbij naar het buitenland op reis.
Voor al deze buitenlandse vakanties nam bijna de helft van de Hollanders het vliegtuig (49%) om op hun geliefde vakantiebestemming te arriveren. Veel andere reizen werden met de auto gedaan (44%), terwijl alle andere vervoermiddelen, zoals de bus, trein of boot uit 7% bestond.
De reiswereld na 2019 en in de nabije toekomst
Na 2019 hebben echter alle landen verschillende maatregelen genomen en reisverboden ingesteld om zo de verspreiding van de pandemie te beperken. Dit alles zorgde ervoor dat het aantal internationale vakantietrips in 2020 met bijna 73 procent daalde, ten opzichte van het voorgaande jaar. In dit jaar, 2022, zal het toerisme waarschijnlijk in veel landen weer volledig voor de internationale toeristen open gaan.